‘Het blijft superspannend’

Conny van den Top heeft de afgelopen jaren steeds kleine stapjes gezet naar een meer natuurinclusieve bedrijfsvoering. Vanuit gemeente Ede en LTO Noord heeft zij de cursus bodembiologie gevolgd. Hier is het eerste zaadje gelegd. Ze heeft geleerd meer naar de kringloop te kijken. En gaat hierbij uit van het principe goede mest, goed voer, goede bodem.

De oplossing in plaats van een probleem
Conny van den Top in Lunteren vertelde tijdens praktijkmiddag Natuurinclusief boeren donderdagmiddag 30 juni over haar zoektocht naar een betere balans tussen ecologie en economie op haar bedrijf. Bijna 40 belangstellenden waren gekomen om naar haar verhaal te luisteren. In deze onrustige tijd blijft zij ervan overtuigd dat boeren de oplossing zijn in plaats van een probleem. “Ons gemengd bedrijf met 65 melkkoeien en 5000 biologische leghennen ligt vlakbij een Natura2000-gebied,” vertelt Conny, ”In de toekomst moet het landschap ook beheerd worden. Hier ziet ik wel een rol weggelegd voor agrarische ondernemers.“

Nieuwe projecten op het erf
Conny heeft de daad bij het woord gevoegd en notenbomen geplant in haar kippenuitloop en daarnaast ook nog 4,5 hectare kruidenrijk grasland en 2,5 hectare gras-klaver gerealiseerd. “Ik vind het superspannend,” bekent Conny. Veel van haar veranderingen worden niet direct beloond en zijn eigenlijk investeringen. Het is maar de vraag hoe het in de praktijk uitpakt. De aangeplante notenbomen heeft een particulier gefinancierd. Hij heeft met dit project voor 20 jaar CO2 vastgelegd. Dit deed hij ter ere van zijn verjaardag en samen met zijn verjaardagsgasten heeft hij 80 walnoten geplant in de kippenuitloop van deze pluimveehoudster. Naast het vastleggen van CO2, zorgen deze bomen ook voor extra beschutting voor kippen en de walnotenteelt kunnen in de toekomst een mooie nieuwe inkomstenbron betekenen.

Minder krachtvoer en kunstmest
Conny is ook een van de deelnemers aan het project ‘Kennis in en door de praktijk’. Hiervoor heeft de Belgische onderzoeker Peter Vanhoof (Organic Forest EU) de verschillende kringlopen op het bedrijf in kaart gebracht. ”Peter gaat uit van een gezonde bodem. De bodem laat je op een meer natuurlijke manier zelf zijn werk doen. Dat betekent in de praktijk minder krachtvoer en kunstmest,” vertelt Conny. Om het bodemleven te stimuleren wordt diversiteit belangrijker. Zo heeft Conny ondertussen percelen met een speciale machine doorgezaaid met klaver en kruidenrijke mengsels. De klavers zorgen voor extra stikstofbinding, meer diversiteit en smakelijkheid van het gewas. Ook de beworteling van klaver is dieper en draagt bij aan het verbeteren van het bodemleven. De kruidenrijke graspercelen dragen eveneens bij aan meer bodemvolume, structuur en bodemleven. De variatie in kruiden zorgen voor de toename van de smakelijkheid van het product en draagt bovendien bij een betere diergezondheid. ‘’Een kruid als weegbree zorgt bovendien van nature ook nog eens voor een lagere methaanuitstoot,’’ vult Peter
aan.

Stof tot nadenken
We sluiten de middag af op het erf van Conny. Hier is er ruimte voor gesprek. Bezoekers hebben veel interesse voor de methode van Peter en belangstelling voor zijn rijdende kantoor. Met zijn busje bezoekt hij jaarlijks veel boeren en Nederland en maakt hij bedrijfsanalyses voor deze ondernemers. Hij analyseert dan onder andere mest, voer, drinkwater, kwaliteit melk. Hierbij maakt hij gebruik van grond-, mest- en kuilmonsters én waarnemingen op het bedrijf zelf. “Voelen, ruiken, proeven maken een belangrijk onderdeel uit van de analyse,” legt Peter uit. Met al deze kennis en informatie brengt hij de kringloop van het betreffend bedrijf in beeld. De deelnemers luisteren aandachtig naar zijn verhaal, dat voor veel boeren en belangstellenden voldoende stof tot nadenken geeft.

Lees het hele artikel via deze link

Bron: Platform Natuurinclusieve landbouw Gelderland

Blijf op de hoogte

Asset 7 Meer nieuwsberichten

Ontwerpatelier: Maas-Jan van den Top

‘Ik wil graag geaccepteerd worden door m’n omgeving.’ Waar Maas-Jan van den Top is, is gezelligheid, energie en minstens één nieuw plan dat nodig uitgevoerd