De partners van het Landbouwnetwerk Regio Foodvalley werken samen aan de toekomst van de agrarische sector in het gebied. Wat drijft hen en hoe gaan zij hierin te werk? Wat is er volgens hen nodig? In gesprek met Marcel Wijnen en Petra Aben (Rabobank) en wethouder Jan Pieter van der Schans (gemeente Ede)
Waarom doen Rabobank en gemeente Ede mee?
Jan Pieter van der Schans: “Als je door de gemeente Ede fietst, dan vind je het antwoord. We hebben hier een enorme agrarische sector. Als ik naar het Landbouwnetwerk kijk, dan is dat een verzameling van energie die de sector verder wil helpen. Als lokale overheid heb je niet op alle vragen antwoord. Het netwerk heeft ook niet alle antwoorden, maar bundelt wel de krachten van meerdere partijen om samen verder te komen.”
Marcel Wijnen: “We denken dat we alleen gezamenlijk met anderen belangen voor boeren kunnen verbeteren. In de aanloop naar het Landbouwnetwerk was er nog wel veel aandacht voor het bestuurlijk gremium vanuit overheid en kennisinstellingen. Inmiddels is de focus van het netwerk steeds meer waar het voor bedoeld is: concrete meerwaarde voor boeren in het gebied leveren door praktische projecten op te zetten en handvatten te bieden.”
Sinds wanneer zijn jullie betrokken bij Landbouwnetwerk Regio Foodvalley?
Petra Aben: “Ik denk dat wij als een van de eerste private partijen al betrokken waren bij het Manifest van Salentein in 2017. Iedereen zag toen dat de sector in transitie was met steeds meer vraagstukken rondom maatschappelijke druk en emissies. In de regionale food- en agrisector vinden we het belangrijk om onze rol te pakken. Dat hebben we gedaan door bijvoorbeeld gemeenten, provincies en private partijen zoals De Heus, Van Drie en Schuiteman Accountants binnen het netwerk aan elkaar te helpen verbinden. Daarbij is de inbreng van LTO Gelderse Vallei en de AJK’s natuurlijk cruciaal. Je wilt met zijn allen niet over tien jaar terugkijken en denken: waar is de prachtige sector gebleven? Wat we hier doen moet voordeel opleveren voor lokale ondernemers zodat zij niet verdwijnen maar juist floreren.”
Jan Pieter van der Schans: “Wij hebben ook aan het begin gestaan van het Manifest. Juist omdat Ede en de regio zo groot zijn op landbouwgebied. Alle vraagstukken rondom de landbouw spelen zich af in dit gebied. Wij zagen en zien het als onze taak om als lokale overheid breder kijken dan waar je alleen zelf over gaat en zagen kansen om daarin samen op te trekken.”
Welke stappen moeten het komende jaar door het Landbouwnetwerk worden gezet?
Petra Aben: “Boer aan het Roer is een voorbeeldproject van wat we in dit gebied kunnen; niet alleen op het gebied van innovatie maar ook qua werkvorm. Kennis en innovaties koppelen aan het boerenerf. Dan kan je als ondernemer echt invloed uitoefenen. Dat hebben we ook in het Fijnstof project gezien. Daarom moeten we resultaten uit dit soort initiatieven nog meer en groter wegzetten. Ruimtelijke ordening is ook een thema; de nieuwe regeringsformatie gaat daar invloed op hebben. Daarnaast doen we vanuit Rabobank mee aan de themagroep Waarderen en Verdienen. Daar staat het vraagstuk centraal: Hoe zorg je dat er een goede boterham verdient wordt op het boerenerf? Dat is echt een lastig onderwerp. Gelukkig denken we daarover na met verschillende partners vanuit verschillende invalshoeken. Samen zoeken we naar mooie voorbeelden waar we wat mee kunnen.”
Jan Pieter van der Schans: “We hebben als Landbouwnetwerk de thema’s afgesproken waar we doelen op willen behalen. We moeten de tijd nemen en focus hebben om dat goed uit te voeren in concrete projecten. Daarboven hangen ook nog discussies als stikstof en toegang tot grond; dat vraagstukken voor de langere termijn die we ook moeten agenderen. Dus enerzijds werken aan concrete handvatten waar je vandaag al mee uit de voeten kunt op het boerenerf, anderzijds ook grote vragen op een goede manier doorvertalen zodat de lokale sector er op termijn mee uit de voeten kan. Mijn eigen zwager is melkveehouder, ik hoor en zie dat het soms haast onmogelijk is voor agrariërs om door de bomen het bos nog te zien. Daar zit echt een taak voor het netwerk: grotere ontwikkelingen terugbrengen tot werkbare proporties waar je als ondernemer mee verder kunt.”
Wat is de toegevoegde waarde van de andere partners voor het Landbouwnetwerk?
Jan Pieter van der Schans: “Je hebt als partner allemaal eigen onderwerpen waar je verantwoordelijk voor bent op verschillende niveaus. Ik denk bij de gemeente bijvoorbeeld vooral aan ruimtelijke ontwikkeling. Hoe zorgen we op een goede manier voor zowel voor onze landbouw als onze natuur?. Op dat gebied brengt de gemeente veel in. We moeten niet de rol of functie van andere partijen proberen te gaan overnemen, maar vanuit onze eigen rol wel zoeken naar de verbinding. We doen het graag samen met anderen. Neem het rapport van commissie Remkes over stikstof; daarin staat dat een boer groen moet staan om groen te kunnen doen. Als ik dan Rabobank hoor over een grondfonds en pilotgebieden dan is mijn reactie daarop: van harte welkom. Laten we kijken of we dat in de regio Foodvalley kunnen laten landen.”
Marcel Wijnen: “Kennis en praktijk aan elkaar verbinden is cruciaal met zo’n grote primaire sector in ons buitengebied. Om de keten goed te laten functioneren heb je alle schakels hard nodig. Gemeentes zijn bijvoorbeeld een faciliterende factor voor het ondernemersklimaat. Wij brengen als financier onze eigen kennis en expertise mee. Wij hebben er als bank natuurlijk belang bij dat de sector goed draait, maar we kijken als coöperatie ook naar het maatschappelijk belang.”
Wanneer is het Landbouwnetwerk een succes?
Petra Aben: “Op lange termijn als we over tien jaar een mooie food- en agrisector in de regio overhouden die zichzelf goed kan bedruipen. Op korte termijn als boeren ons weten te vinden en concrete handvatten aangeboden krijgen. Onze accountmanagers brengen klanten bijvoorbeeld actief op de hoogte van het netwerk en roepen hen op om zich daaraan te verbinden.”
Marcel Wijnen: “Aanvullend daarop dat we een sector overhouden die in verbinding staat met maatschappij en consument. En waardering krijgt voor de toegevoegde waarde die zij levert.”
Jan Pieter van der Schans: “Het Landbouwnetwerk is een succes als we concrete vragen direct verder kunnen helpen. Concrete resultaten kunnen vieren geeft telkens een reden om door te gaan. Als je kijkt naar uitdaging van de sector als geheel dan is mijn doel dat er op een goede manier geboerd kan blijven worden in gemeente Ede en de regio.”