Pilot Ondernemersplannen De Peel en Gelderse Vallei: blauwdruk voor gebiedsgerichte aanpak

In een inspirerende bijeenkomst op een historische boerderij in Lunteren werden lessen uit de pilot Ondernemersplannen van De Peel en de Gelderse Vallei uitgewisseld. De dag eindigde met een gedeeld gevoel dat deze pilots niet alleen waardevol zijn voor de deelnemende boeren, maar ook kunnen dienen als blauwdruk voor gebiedsgerichte aanpakken. Vertrouwen, maatwerk en collectiviteit werden als essentieel gezien. “Nu is bestuurlijk lef nodig om goede plannen mogelijk te maken”, stelde een van de boeren.

 

De regio’s De Peel en de Gelderse Vallei verschillen aanzienlijk in structuur, landschap en uitdagingen, maar delen ook vergelijkbare vraagstukken. Deze dag bood een waardevol platform voor kennismaking, uitwisseling van ideeën en reflectie op de ontwikkelingen in beide regio’s, met een bijzondere focus op de pilotprojecten die gericht zijn op het verduurzamen en versterken van de landbouw en het platteland.

 

Regionale uitdagingen

Wethouder Boris Meessen uit Nederweert schetste De Peel als een ‘eiland’ met hoge zandgronden, een kronkelend nationaal park en een agrarisch landschap dat vooral bestaat uit varkens-, pluimvee- en paardenhouderijen. De regio kampt met droogte en schrale gronden, waardoor landbouw een grote uitdaging is. Daarnaast speelt luchtkwaliteit een belangrijke rol, wat de regio extra onder druk zet.

Aan de andere kant ligt de Gelderse Vallei, tussen de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug. Wethouder Bennie Wijnne vertelde hoe deze regio zich kenmerkt door een gemengd landschap en staat voor grote woningbouwopgaven. Agrofood vormt hier een economische pijler, met een focus op vleeskalveren, melkgeiten, pluimveehouderijen en paardenbedrijven. Fijnstof en gezondheidseffecten zijn ook hier aandachtspunten, maar er is al aanzienlijke emissiereductie gerealiseerd.

 

Samenwerking

De samenwerking binnen beide regio’s speelt een cruciale rol. In De Peel wordt samengewerkt via NOVEX Peel en het Platform Vitale Veehouderij, waar onder meer Rabobank, LLTB en kennisinstellingen betrokken zijn. Innovatie en circulariteit staan centraal, maar de regio wordt geconfronteerd met onzekerheden zoals stikstofbeleid, de vliegbasis en wateropgaven, mede door het gebrek aan duidelijke sturing vanuit Den Haag. In de Gelderse Vallei verloopt de samenwerking via Regio Foodvalley, een complex netwerk van gemeenten, provincies, waterschap en het bedrijfsleven. Hier wordt gewerkt met een eigen Regionale Programma Landelijk Gebied (RPLG), dat zich richt op thema’s als bodem, biodiversiteit en emissiereductie.

 

Vergunningverlening complex

De verhalen van ondernemers maakten duidelijk dat het omzetten van plannen in realiteit vaak lastig is, vooral door de complexiteit van vergunningverlening. Theo Folmer, die biologisch pluimvee en melkvee houdt, vertelde dat een nieuwe vergunning voor zijn pluimveestal ook een reductie van 40% in de uitstoot van zijn koeien zou betekenen. Hoewel hij kan aantonen dat hij dicht in de buurt komt van de gewenste emissiereductie, worden op papier andere standaardwaarden gehanteerd. Pieter Bouw, die pluimvee, varkens en akkerbouw combineert, benadrukte het belang van tijdigheid en duidelijkheid voor de opvolging door de volgende generatie. Zijn plannen om te schakelen naar zeugen en het afbouwen van koloniehuisvesting voor pluimvee illustreren de complexiteit van regelgeving en de noodzaak van goede begeleiding.

 

Instrument voor leren en ontwikkelen

De pilot Ondernemersplannen vormt een belangrijk instrument voor leren en ontwikkelen. Bedrijven worden op 14 indicatoren gescoord om hun uitdagingen en kansen in kaart te brengen. Vaak omvatten de plannen maatregelen zoals sloop, renovatie, nieuwbouw en kringloopproductie. Een opvallend verschil is dat in De Peel ondernemers vaak meerdere locaties hebben en sneller schakelen, terwijl in de Gelderse Vallei bedrijven vaker geconcentreerd zijn op één locatie en meer kennis delen.

Een belangrijke les uit de pilot is dat het opstellen van een kwalitatief goed plan cruciaal is, maar dat er nog veel ruimte is voor verbetering. Veel plannen missen een integrale, langjarige visie. Agrariërs en adviseurs zijn nog niet gewend om op die manier te denken, onder andere omdat het door onzekerheid vanuit de overheid moeilijk is om een visie te vormen over waar je over 10 jaar staat. Voor een bredere opschaling is intensieve begeleiding nodig. Bovendien, zonder juridische verankering en bestuurlijke daadkracht blijven veel plannen steken in goede intenties.

 

Blauwdruk voor gebiedsgerichte aanpak

De aanwezigen deelden het gevoel dat de pilots niet alleen waardevol zijn voor de deelnemende boeren, maar ook als blauwdruk voor gebiedsgerichte aanpak. Vertrouwen, maatwerk en collectiviteit zijn daarbij essentieel. “Nu de ondernemers hun nek uitgestoken hebben is bestuurlijk lef nodig om goede plannen daadwerkelijk mogelijk te maken”, zei Pieter Bouw. van der Wart van LVVN stelde dat oplossingen niet in Den Haag gevonden worden, maar in groepen zoals deze. De bijeenkomst werd afgesloten met een uitnodiging om ook eens naar De Peel te komen en de initiatieven ter plekke te ervaren, wat de kracht van lokale samenwerking en innovatie onderstreept\

Blijf op de hoogte

Asset 7 Meer nieuwsberichten

Project Buitenbuddies

Wat gebeurt er als je een ambtenaar koppelt aan een boer, boswachter, loonwerker of iemand anders met laarzen aan? Dan ontstaat BuitenBuddies: een initiatief dat